Aston Martin historie 1913 - 2000

Bamford & Martin
Het grootse merk Aston Martin kwam voort uit de handelsfirma Bamford & Martin die in 1913 werd opgericht door Lionel Martin en Robert Bamford. Bamford & Martin hied zich bezig met de verkoop van Singer automobielen. De sportieve Lionel Martin nam intensief deel aan heuvelklims met zijn auto's. Een van deze heuvelklims werd elk jaar gehouden op Aston Hill. De eerste auto van eigen makelij die in 1915 werd voorgesteld kreeg als naam de combinatie van de namen Aston en Martin. Deze eerste Aston Martin was gebaseerd op een Isotta-Fraschini chassis en uitgerust met een viercilinder Coventry Climax motorblok. Helaas was toen de eerste wereldoorlog uitgebroken en moesten alle plannen in de ijskast worden gezet.
Na de oorlog werd de firma nieuw leven ingeblazen en werden er weer auto's gebouwd. Van serieproductie was nauwelijks sprake. Bamford & Martin bouwden race en sportwagens om publiciteit te halen op het circuit van Brooklands en met heuvelklim successen. Af en toe werd een auto verkocht aan een particulier, vaak waren dit auto's die al enig competitie ervaring achter de rug hadden.

Zborowski
Bamford verliet de firma in 1920. Vanaf dat moment stond Lionel Martin er financieel alleen voor. In multimiljonair en race coureur Louis Vorow Zborowski vond Martin een sponsor die hem hielp de ontwikkelingen voort te zetten. Zo werd er een viercilinder motor ontwikkeld met bovenliggende nokkenas en zestien kleppen waarmee Grand Prix deelnames in het vooruitzicht lagen. Aston Martins streden om de eer in GP's van Frankrijk, Spanje en Belgie met als rijders onder andere Zborowski en Clive Gallop. In oktober 1924 verongelukte Louis Zborowski dodelijk tijdens de GP van Monza, zijn eerste optreden als Mercedes fabriekscoureur. Dit voortijdig verongelukken van deze grote en veelbelovende sportman is een zwarte bladzijde in de Engelse autosporthistorie. Door het wegvallen van de financiële steun van Zborowski werd Lionel Martin gedwongen andere geldschieters te zoeken wat helaas niet lukte; de firma ging failliet.

Bertelli
De Bamford & Martin boedel en de naam Aston Martin werd overgenomen door Bill Renwick en Bert Bertelli met financiele ondersteuning van een aantal investeerders. Vanaf dat moment werd de firma Aston Martin genoemd. Helaas ging het in 1926 weer mis. Er werden wederom nieuwe investeerders gevonden. Lionel Martin verliet het bedrijf en Bertelli werd verantwoordelijk voor de nieuwe ontwikkelingen. De auto's uit deze periode worden ook wel ‘Bertelli’ Aston Martins genoemd. De verkopen van de dure exclusieve volbloed sportwagens bleven uiterst beperkt. Investeerders kwamen en gingen en Aston Martin opereerde voortdurend op het financiële scherp van de snede.

David Brown
Na de tweede wereldoorlog, in 1947, werd Aston Martin overgenomen door David Brown die een groot stempel op het merk zou drukken en het merk wereldwijde faam zou brengen. De fabriek was voordien al een keer in andere handen overgegaan en het later fameuze merk speelde vooral een rol in de racerij maar de auto's werden slechts moeizaam verkocht.

Aston Martin DB1 / DB6
De overname door David Brown bracht de grote ommekeer voor het nu tot de verbeelding sprekende Britse merk. De eerste DB "David Brown" Aston Martin was de DB1 uit 1948 die voorzien was van een weinig ravissante vier cilinder motor. Met de DB2 uit 1950 kwam de magie die het merk steeds verder zou uitbouwen. De motoren werden ontworpen door W.O. Bentley die werkzaam was bij Lagonda; ook een onderneming van Brown. De enorme zescilinder lijnmotoren hadden twee bovenliggende nokkenassen en waren voorzien van twee en later drie S.U. carburateurs. In de DB2 en opvolger DB2/4 had de motor een inhoud van 2580 respectievelijk 2922 cc., in de daaropvolgende modellen DB5 en DB6 had de motor reeds een cilinderinhoud van 3995 cc. en een standaard vermogen van 282 pk. Er waren van deze laatste modellen ook speciale "Vantage" uitvoeringen met een vermogen van 314 respectievelijk 325 pk.

De DB5 maakte Aston Martin op slag wereldberoemd als auto van James Bond. Iedereen die de Bond film gezien heeft herinnert zich de DB5 met het opschuivende kogelschild, de "Knock-offs" die uitschuiven en de auto van de slechteriken die ermee doorgezaagd wordt...en vooral...het machtige geluid van de DB5 dat je koude rillingen van opwinding bezorgt.

De DB6 was de laatste klassieke zescilinder Aston Martin. De wagen was ook leverbaar als cabriolet, "Volante" genaamd, en als "Vantage" met de 325 pk motor.

Aston Martin DBS / V8
De DB6 werd in 1969 opgevolgd door de DBS. De DBS was uitgerust was met een prachtige en hagelnieuwe 5.3 liter V8 motor. De V8 motor was ontworpen door de Poolse ingenieur Tadek Marek die in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw Aston Martin race motoren ontwikkelde. De V8 motor was zo goed en succesvol dat deze tot het jaar 2000 door Aston Martin gebruikt werd. Tussen 1969 en 1973 waren de V8 modellen voorzien van Bosch benzine injectie. Vanaf de V8 serie 3 werden Weber carburateurs toegepast.

De Aston Martin V8 werd tot en met 1989 gebouwd in verschillende series. We onderscheiden de volgende modellen/aantallen: DBS V8 1969-1972 (402 stuks), V8 serie 2 1972-1973 (288 stuks), V8 serie 3 1973-1978 (967 stuks), V8 serie 4 "Oscar India" specificatie 1978-1985 (352 stuks), V8 serie 5 1986-1989 (405 stuks).

The Ford jaren: Aston Martin Virage / Vantage / V8 coupe / DB7
In 1988 kwam Aston Martin in handen van Ford Motor Company. In 1989 werd de aloude V8 opgevolgd door de Aston Martin Virage. Deze kreeg in 1993 gezelschap van het nieuwe topmodel: de Aston Martin Vantage met een V8 motor van 550 pk en een topsnelheid van 320 km/u. De Vantage V600 van 1998 beschikte zelfs over een vermogen van 600 pk!

In 1994 volgde in technische samenwerking met Jaguar de DB7 onder de Vantage in het leveringsprogramma. In 1996 werd de Virage uit productie genomen kwam er een minder heftige uitvoering van de Vantage voor in de plaats: de Aston Martin V8 coupe. De V8 coupe was uitgerust een 349 pk V8 motor en bereikte daarmee een topsnelheid van 242 km/u. De Aston Martin V8 werd standaard uitgerust met een automatische vierversnellingsbak.

Tussen 1989 en 1995 werden er 365 Aston Martin Virages gebouwd. Van 1993 tot het jaar 2000 werden er slechts 280 Aston Martin Vantage modellen gebouwd. De Aston Martin V8 coupe is nog zeldzamer, slechts 101 stuks werden er gebouwd tussen 1996 en 1999. De Aston Martin DB7 zou het bestverkocht Aston model worden, tussen 1994 en 2004 verlieten er 7000 de fabriek in Bloxham. De DB7 werd opgevolgd door de DB9.

_{© Marc Vorgers}