Te koop - Ferrari
Ferrari historie
Ferrari is één van de grootste namen in de naoorlogse automobiel geschiedenis. Enzo Ferrari begon in de jaren twintig van de vorige eeuw als monteur bij Alfa Romeo alwaar hij in 1923 (test)coureur werd. Als coureur was Enzo niet erg succesvol zodat hij zich meer bezig ging houden met de organisatie- en constructieproblemen bij de Alfa Romeo renstal. Uiteindelijk zou hij teambaas worden. Toen Alfa Romeo in de jaren dertig de eigen renstal ophief richtte Enzo Ferrari zijn eigen renstal op om met de Alfa Romeo's te blijven racen. Scruderia Ferrari was zeer succesvol in de jaren dertig. Aan het einde van de jaren dertig werd de concurrentie (Auto Union en Mercedes) echter zo sterk dat Alfa Romeo besloot de bouw van racewagens te beëindigen waardoor Ferrari geen nieuwe fabrieksauto's meer ter beschikking had. Enzo Ferrari besloot zelf racewagens te gaan bouwen en in 1940 zag zijn eerste creatie het levenslicht; de "Auto Avia" tipo 815. De tipo 815 was op Fiat techniek gebaseerd en werd geen succes. In 1945 vroeg Enzo Ferrari aan constructeur Colombo, een oude vriend van hem, met hem samen te werken aan de ontwikkeling van een nieuwe racewagen. Colombo ontwierp de legendarische Ferrari V12 met 60° blokhoek en één bovenliggende nokkenas per cilinderbank.
De V12 met een cilinderinhoud van 1500 cc. zou debuteren in de Ferrari 125 S. Dit "prototype" werd doorontwikkeld en zou in 1947 resulteren in de eerste Ferrari productie sportwagen; de Ferrari 166. De tipo 166 was qua vormgeving geïnspireerd op de (open) "Barchetta" vorm die door carrosseria Touring werd toegepast. De Colombo V12 motor was ondertussen opgeboord naar 1995 cc. en het vermogen was ca. 200 pk. bij 7000 tpm..
De Tipo 166 zou de naam van Ferrari als automobielfabrikant met de eeuwigheid verbinden; In 1949 won Luigi Chinetti de 24 uren van Le Mans race voor Ferrari... Korte tijd later zou dit succes nog even dunnetjes overgedaan worden met de overwinning in de Mille Miglia van 1949...
Ferrari zou de komende decennia nog vele, vele, Grand Prix en sportwagen races winnen over de gehele wereld en is heden ten dage, we spreken het jaar 2002, oppermachtig in de Formule 1 racerij. In het onderstaande vervolg van de Ferrari geschiedenis gaan we verder niet op de racerij en de Ferrari racewagens in maar leggen we ons toe op de V12 modellen met de motor voorin tot en met 1985.
Klik hier voor een ClassicarImages fotospecial over 35 verschillende Ferrari sportwagens van 1949 tot en met 1990...
Klik hier voor een ClassicarImages fotospecial over GT sportwagen kampioenen van 1953 tot en met 1991 waaronder 6 Ferrari GT sportwagens...
We vervolgen de Ferrari historie in 1950. De tipo 166 werd opgevolgd door de 195 Inter. De V12 motor kende nu een cilinderinhoud van 2341 cc. De carrosserieën werden ook nu weer door verschillende carrossiers vervaardigd waaronder Ghia, Touring en Vignale. De beeldschone creaties verschenen als uiteenlopend vormgegeven coupés en cabriolets. De laatste doorontwikkeling op het tipo 166 concept was de Ferrari 212.
De Colombo V12 motor was vergroot naar 2562 cc. en leverde, afhankelijk van de uitvoering tussen de 150 en 170 pk.
Naast de Ferrari's tipo 195 en 212 werden er tussen 1950 en 1955 op basis van het tipo 166 chassis speciale Ferrari 340, 342 en 375 America en Mexico sportwagens gebouwd. Deze zeer zeldzame Ferrari's werden uitgerust met 4100 cc. en 4523 cc. V12 motoren die gebaseerd waren op de Ferrari V12 Formule 1 motor die werd ontworpen door Aurelio Lampredi. De motorvermogens van dit zgn. "long block" liepen op tot 300 pk. voor de straatuitvoering en 340 pk. voor de raceversie.
De topsnelheid van de 300 pk. straatversie bedroeg 240 km/u...
In 1952 begon de tweede belangrijke fase in de Ferrari geschiedenis. Nadat Colombo "zijn" Ferrari V12 motor had vergroot naar 2953 cc. zag de Ferrari 250 GT serie het levenslicht. De 250 GT serie werd de meest succesvolle en beroemdste Ferrari modelserie ooit en zou tot en met 1963 de fraaiste creaties uit de Ferrari geschiedenis voortbrengen...
In 1952 zou een Ferrari 250 prototype de Mille Miglia winnen
wat als startschot diende voor de volgende 250 GT modellen met Colombo drie liter V12 motor tot 1963;
Ferrari 250 Europa ('53-'55), Ferrari 250 GT "Boano"('56-'58), Ferrari 250 GT Tour de France ('55-'59), Ferrari 250 GT Cabriolet en California ('57-'60 en serie II '60-'63), Ferrari 250 GT ('58-'60), Ferrari 250 GT SWB ('59-'62), Ferrari 250 GTE ('60-'63), Ferrari 250 GTO ('62-'63) en de Ferrari 250 GT Berlinetta Lusso ('62-'64).
De zeer exclusieve America en Mexico sportwagens kregen in de 250 GT periode een vervolg in de Superamerica modellen.
De Ferrari 410 Superamerica ('56-'59) en de Ferrari 400 Superamerica ('59-'64).
In 1964 verscheen de ultieme en voorlaatste* opvolger in de America serie; de 500 Superfast. Wederom vormgegeven door Ferrari huisdesigner PininFarina. Ditmaal was de Lampredi V12 (fabriekstype nummer 208) opgeboord tot 4962 cc. en bezat o.a. gewijzigde cilinderbussen. De motor werd voorzien van 3 of 6 Weber 40 DCZ/6 carburateurs en leverde 400 pk. bij
6500 tpm. De vroege 500 Superamerica's waren net als de meeste Ferrari 250 GT modellen uitgerust met een vierversnellingsbak met Laycock de Normanville overdrive, de laatste modellen kregen een vijfversnellingsbak met een hydraulisch bediende Borg & Beck koppeling.
* De laatste telg in de exclusieve gelimiteerde America modelserie was de Ferrari 365 California ('66-'67). Deze was echter uitgerust met de nieuwe (type 217B) 4390 cc. 60º V12 motor, die in steeds evoluerende vorm, ook zou worden toegepast in de laatste Ferrari's met voorin geplaatste motor...
In 1965 begon de derde fase in de Ferrari modelgeschiedenis die tot 1973 doorloopt. Vanaf 1965 tot en met de laatst gebouwde Ferrari met motor voorin worden er drie V12 motoren als basis gebruikt voor de nieuwe modelserie. Deze serie bestaat uit de Ferrari 275, 330, 365 en 400 (deze laatste als nakomeling). Deze Ferrari modellen kenmerken zich door nieuw ontworpen onderstellen met onafhankelijke wielophanging rondom, schijfremmen rondom, tweekrings bekrachtigd remsysteem en 5- versnellingsbak geplaatst tegen het differentieel (Transaxle).
De aloude, legendarische, Colombo V12 motor was weer verder doorontwikkeld en kende nu een inhoud van 3286 cc.. Deze motor zou de Ferrari 275 GTB "Berlinetta" ('64-'66) en de Ferrari 275 GTS "Spider" ('64-'66) gaan voortstuwen.
Een iets grotere versie van deze motor (3967 cc.) zou de Ferrari 330 GT ('64-'67) en de Ferrari 330 GTC ('66-'68) gaan aandrijven.
De ultieme variant op deze motor (3285 cc.) zou in de Ferrari 275 GTB/4 en de Ferrari NART Spyder verschijnen in 1966. De motor werd voorzien van twee nokkenassen per cilinderbank en dry-sump smering (zonder oliecarter). Zes dubbele Weber carburateurs zorgden voor de ademhaling en het vermogen bedroeg 300 pk. bij 8000 tpm..
Het grote nieuws in 1965 was echter de introductie van de nieuwe 4390 cc. V12 motor die afgeleid was van de racemotor uit de Ferrari 365 P. Deze motor kunnen we vinden in de Ferrari 365 familie. De motor was voorzien van twee bovenliggende nokkenassen of vier bovenliggende nokkenassen in combinatie met dry-sump smering. De wagens met vier nokkenassen hebben een /4 aanduiding.
We onderscheiden de volgende modellen in de 365 familie:
Ferrari 365 GT California ('66-'67), Ferrari 365 GT 2+2 ('67-'71), Ferrari 365 GTB/4 "Daytona" ('68-'73), Ferrari 365 GTS/4 Spyder "Daytona" ('69-'73), Ferrari 365 GTC/4 ('71-'72), Ferrari 365 GT4 2+2 ('72-'76). In deze familie hoort de Ferrari 400 GT en GTi ook nog thuis, deze auto was de opvolger van de 365 GT4 2+2, en deelde hetzelfde koetswerk. De 400 GT was echter standaard voorzien van een automatische versnellingsbak. De 400 GTi werd in 1979 uitgerust met en Bosch K-Jetronic injectiesysteem. De laatste Ferrari 400 GTi, verliet de fabriek in 1985.
De Ferrari 365 familie kent nog één telg die de vierde fase in de Ferrari modelgeschiedenis zou inluiden; de Ferrari 365 GT/4 BB
('73-'76). Deze auto was voorzien van een 4391 cc. 12 cilinder middenmotor volgens het bokser principe. Deze Ferrari hoort conceptueel niet in de 365 familie thuis maar kwam in 1973 op de markt als antwoord op de revolutionaire Lamborghini Miura...
In 1976 werd de 365 GT/4 BB opgevolgd door de Ferrari 512 BB. Uiterlijk dezelfde auto maar voorzien van een grotere cilinderinhoud van 4942 cc. voorzien van dry-sump smering.
De verschijning van de Lamborghini Miura en het Ferrari antwoord op deze auto in de vorm van de 365 GT/4 BB en vervolgens de 512 BB zouden het begin zijn van de vierde fase in de Ferrari modelgeschiedenis; de middenmotor V8 modellen. De Ferrari geschiedenis vanaf 1985 zal in de toekomst worden ingevuld.
© Marc Vorgers