MG TC, 1947 | € 38.500,--
MG TC, jaar 1947. Kleur Almond Green gecombineerd met een beige interieur. Beige kap, tonneau cover en zijruitframes. Deze prachtige MG TC werd nieuw verkocht in de Verenigde Staten. Nadat de MG naar Europa was teruggekeerd, werd deze gerestaureerd en maakte deel uit van klassieke autocollecties in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Een uitgebreid historiebestand is aanwezig, evenals facturen van in 2012 uitgevoerde revisies. Deze MG TC is uitgevoerd in een van de meest gewilde kleurcombinaties en de auto rijdt uitstekend! Deze MG TC verkeert in een zeer goede tot excellente conditie en de auto toont alle originele details. Een prachtige vondst voor de MG 'Midget' liefhebber!
Deze MG is te koop bij Classic Open.
Prijs € 38.500, -.
De MG TC was de eerste nieuwe naoorlogse MG. De TC werd voorgesteld in 1945. De TC was gebaseerd op de vooroorlogse TB en grotendeels gelijk aan deze auto. De voornaamste verbetering aan de TC was het grotere interieur dat 10 cm in breedte was toegenomen. De vormgeving was identiek aan de TB, vooroorlogs met separate, vloeiend gelijnde, spatborden, grote 19 inch spaakwielen en een neerklapbare voorruit. De MG TB/TC series werden bewonderd door Amerikaanse soldaten die op het punt stonden naar Amerika terug te keren; dit soort, veel rijplezier biedende, sportwagentjes kende men in Amerika niet. Het resultaat was dat vele TB’s en TC’s meegenomen werden naar Amerika en daardoor een enorme vraag naar de MG TC ontstond aan de overzijde van de oceaan. Alle MG TC’s waren rechts gestuurd, hadden bladvering rondom en een 54 pk. viercilinder motor. In 1950 werd de MG TC opgevolgd door de MG TD.
Technische gegevens
4 cilinder motor
carburateurs: 2x S.U.
cilinderinhoud: 1250cc.
vermogen: 54 pk. bij 5200 tpm.
topsnelheid: 128 km/u.
versnellingsbak: 4 versnellingen, handgeschakeld
gewicht: 820 kg.
MG historie
MG (Morris Garage) werd in 1923 gestart door William Morris om sportievere Morris modellen op de markt te gaan brengen. De leiding kwam in handen van Morris productie manager en MG initiatiefnemer Cecil Kimber. Kimber stapte over van de Morris fabriek in Cowley naar Morris Garages in Abington. De productie van MG's startte in 1924. Aan het eind van de jaren 1930 werden er zelfs gewone personenauto's gebouwd onder het succesvolle MG label.
Het grote succes kwam vlak na de tweede wereldoorlog in 1945, door de sportieve vooroorlogse MG TB en haar opvolger de MG TC, waaraan Amerikaanse soldaten hun hart verpand hadden. Vele MG’s werden meegenomen naar Amerika waar dit lichte en sportieve autotype geheel onbekend was.
Al snel kwam er een grote vraag naar MG sportauto’s vanuit Amerika en in de jaren die volgden werd meer dan 80% van de geproduceerde MG’s aan de andere zijde van de Atlantische oceaan verkocht. De MG’s waren eenvoudig en goed gebouwd, betaalbaar en eenvoudig te onderhouden.
In 1952 fuseerde Austin Motor Corporation met Morris Motors; British Motor Corporation (BMC) werd gevormd.
De vooroorlogse TB en de naoorlogse typen TC, TD en TF met hun vooroorlogse vormgeving werden in 1955 opgevolgd door de MG A roadster die vanaf 1956 ook als coupé leverbaar werd.
De succesvolle MG A werd in 1962 opgevolgd door de nog succesvollere, strak en sierlijk gelijnde MG B. Ook dit model vond zijn weg wederom grotendeels naar Amerika. De MG B was leverbaar als roadster, en als 2+2 coupé "GT" genaamd.
Doordat BMC de Austin Healey in 1967 uit productie had genomen was er wederom behoefte aan een zescilinder sportwagen uit de BMC stal waardoor eind 1967 de MG C het levenslicht zag.
Dit was een MG B met een 145 pk. leverende Austin zescilindermotor. De auto kon deze opvolging echter niet waarmaken doordat de wegligging minder lichtvoetig was dan die van een gewone vier cilinder MG B, en de uitstraling niet van Austin Healey kaliber was. De motor was eigenlijk te zwaar voor de compacte en lichte MG. De Austin Healey opvolger zou uiteindelijk toch uit, de nieuw gefuseerde, British Leyland* stal komen en de naam Triumph TR6 dragen vanaf 1968.
In 1973 kwam er een V8 variant van de MG B op de markt; de MGB V8. Deze was voorzien van de krachtige, volledig van aluminium vervaardigde, Rover (ook British Leyland) 3.5 liter V8 motor. Deze V8 motor woog nagenoeg hetzelfde als de gietijzeren MG B viercilinder motor!
De MG B roadster en GT werden verkocht tot 1980 en werden in de laatste vijf productie jaren, onder druk van Amerikaanse regelgeving, aangepast met veiligheid verhogende en emissie verlagende ingrepen. Dit resulteerde in dikke kunststof bumpers en minder krachtige motoren wat de auto’s veel minder aantrekkelijk maakte. Vanuit Japan kwam ondertussen de Datsun 240 Z die een snel einde maakte aan de Britse sportwagen hegemonie in Amerika…
In 1980 viel het doek voor de MG B. In de daarop volgende jaren verschenen er enkele Austins die als MG "verkleed" waren en die we beter snel kunnen vergeten. Uiteindelijk kwam er in de jaren negentig een waardige opvolger in de vorm van de MG F die op dit ogenblik nog steeds wordt verkocht.
In het jaar 2001 besloot BMW (dat een aantal jaren eigenaar was van Rover) Rover van de hand te doen. De Britse pond stond jarenlang hoog waardoor productie te duur werd in Engeland.
Een groep Britse investeerders nam Rover over. Overtuigend zetten zij de Rover 75 Tourer op de markt die nog niet klaar was in de BMW tijd. Volgend plan was ook sportieve auto's te gaan bouwen naast de luxe Rover middenklassers; men besloot de naam MG in ere te herstellen.
Verschillende Rover modellen werden onder handen genomen om er echte sportieve rijders auto's van te maken. Het nieuwe Rover/ MG schuwde grote aanpassingen aan motoren, onderstel interieur en exterieur niet teneinde aansprekende MG modellen neer te zetten.
Wat wij zo lezen in de pers is deze opzet goed geslaagd en zien wij met veel vertrouwen uit naar het eerste geheel nieuw ontwikkelde Rover/ MG model.
© Marc Vorgers
British Leyland*
1968-75: BRITISH LEYLAND MOTOR CORPORATION, LTD
1975-78: BRITISH LEYLAND LIMITED door de fusie van BRITISH MOTOR HOLDINGS(met Austin-Morris en Jaguar belangen in 1966) en LEYLAND MOTOR CORP. LTD.
Deels genationaliseerd door de Britse overheid in 1975.